Missie, visie & kernwaarden

De Klimroos is een openbare school die toegankelijk is voor alle kinderen. Iedereen is welkom bij ons op school. We zijn ons bewust van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid en zetten extra in op samen leren, samen spelen en samenleven. Hierbij leggen we de focus op leuke, stimulerende en coöperatieve werkvormen die de leerwinst bevorderen. Kinderen gaan met plezier naar school. Je veilig voelen vinden we de belangrijkste voorwaarden voor leren. Een uitdagende leeromgeving is een voorwaarde om tot leren te komen. We bieden kinderen zo veel mogelijk “onderwijs op maat”. We zorgen ervoor dat ieder kind zich door de juiste persoonlijke aandacht optimaal kan ontwikkelen en ontplooien zodat elk kind kan groeien tot een zelfstandig, gelukkig persoon. We willen kinderen afleveren die goed in hun vel zitten, over de juiste basiskennis en vaardigheden beschikken. Hierdoor kunnen ze zich verder ontwikkelen als competente burgers waar we trots op kunnen zijn.

 

De Klimroos biedt kinderen geborgenheid en een veilige, rijke leeromgeving. Kinderen gaan met plezier naar school, er is een duidelijke structuur en een positief schoolklimaat. We maken gebruik van elkaars talenten en geven elkaar de ruimte. Een ieder is zoveel mogelijk eigenaar van het leerproces. Er is een goede communicatie met alle betrokkenen. We respecteren en vertrouwen elkaar waardoor we goed samenwerken. Dat biedt de kinderen de mogelijkheden het beste van zichzelf te laten zien.

Kinderen leren doordat ze nieuwsgierig zijn, gelukkig zijn en de kans krijgen om fouten te mogen maken. De school biedt kinderen de mogelijkheid om op diverse manieren kennis te verwerven.

Kinderen moeten het leren ook leren. We sluiten aan bij de onderwijsbehoeften van de kinderen en gebruiken hiervoor de methode als middel om kinderen langs de leerlijn te begeleiden. Leerkrachten en leerlingen delen verantwoordelijkheid voor het leerproces. De leerling ziet aan welke doelen hij/zij moet werken en voelt zich daar medeverantwoordelijk voor.

De doelen en het leerproces worden zichtbaar gemaakt. Belangrijk is dat er in dat proces optimale kansen zijn om individueel maatwerk te bieden door een meer gepersonaliseerde aanpak. De leraar wil het optimale uit kinderen halen en heeft van hen hoge verwachtingen. Het is dus passend bij de doelgroep én de hoge verwachtingen. Het aanbod wordt beredeneerd ingezet, dus afgestemd op dat wat de leerling nodig heeft.

Om tot leren te komen, wordt in iedere groep de nieuwsgierigheid van de kinderen geprikkeld door de inrichting van een rijke leeromgeving. We maken de transitie van leerstofgericht onderwijs naar kindgericht onderwijs.

We willen de kansengelijkheid van kinderen vergroten. Dit bereiken we niet alleen door vast te houden aan wat nu goed gaat, maar ook door te kijken waarin we ons kunnen verbeteren. Dat vraagt dat we onze blik op de ontwikkeling van kinderen aanpassen. Toetsen en observaties dienen niet uitsluitend om een resultaat weer te geven. Voor de leerkracht dienen ze ook als uitgangspunt bij het bepalen van het aanbod en de wijze van aanpak om het kind zo goed mogelijk te voorzien in zijn onderwijsbehoeften.

We verleggen de koers van summatief naar formatief toetsen. We streven ernaar om toetsing vooral in te zetten als onderzoek naar het leerproces. Wij vinden het van belang om te weten waar een leerling staat in zijn ontwikkeling. Toetsing draaide de afgelopen jaren met name om cijfers en prestaties.

Binnen SOM ervaren wij dat iedere leerling zich op geheel eigen wijze ontwikkelt. We willen daarom beter in beeld brengen welke groei/ontwikkeling elke leerling doormaakt. Waar in het verleden vooral het accent lag op het toetsen van de kennisoverdracht, ligt onze focus nu op het volgen van het leer- en ontwikkelproces. Kunnen leerlingen de aangereikte kennis toepassen in verschillende situaties binnen en buiten school?

Om de leerlingen goed in beeld te krijgen en te houden, zullen we onze leerlingen volgen via summatieve toetsing en via het formatief handelen. In de scholen is een doorgaande lijn, die zich richt op de inzet van formatief handelen van leerkrachten zodat (hoge) verwachtingen aan kinderen zijn geëxpliciteerd en kinderen ook zicht hebben op hun eigen leer- en ontwikkelproces. Inzicht in hoe gegevens uit standaardtoetsen en leerlingvolgsystemen benut kunnen worden voor de verbetering van onderwijs en leren is een kerncompetentie van hedendaags onderwijs.

Summatieve toetsen zijn gericht op behalen van een norm. Deze toetsen kennen een hoog goed/fout gehalte en hebben een momentopname na het leren. Je kunt ook zeggen dat summatief toetsen een meting is om de balans op te maken, een terugblik of een eindmeting. Het is een selectiemiddel waarvan het resultaat meetelt voor een eindcijfer of bepaalt op welke niveau een leerling functioneert ten opzichte van andere leerlingen.

Voorbeelden van summatieve toetsen zijn de CITO toetsen gedurende schoolloopbaan en de Eindtoets in groep 8. Ook methode gebonden toetsen zijn een momentopname, waarop getoetst wordt of de leerling de aangereikte kennis heeft begrepen en goed kan verwerken. Onder formatief handelen worden alle activiteiten verstaan die leerlingen en leraren uitvoeren om de leeractiviteiten van leerlingen in kaart te brengen, te interpreteren en te gebruiken om betere beslissingen te nemen over vervolgstappen.

Op De Klimroos zijn wij voornemens om het model van formatief handelen ook in te zetten om leerlingen meer zicht te geven op hun eigen leer- en ontwikkelproces, dit leidt tot een toename van zelfregulering bij leerlingen.

Om dit te realiseren, formuleren of visualiseren we het leerdoel helder voor leerlingen. Zij kunnen aan de hand van de geformuleerde succescriteria zien welke stappen zij moeten zetten om het gewenste leerresultaat te behalen. Na een lesactiviteit kunnen zij hiermee hun eigen leerproces evalueren en bijstellen. Tijdens de verwerking van de succescriteria geeft de leraar gerichte feedback aan leerlingen over de wijze waarop zij de criteria uitvoeren.

Feedback van de leraren is dus met name procesgericht. Het geeft de leraar veel informatie over waar de leerling staat in zijn ontwikkeling. De informatie kan leiden tot een aanpassing in het pedagogisch of didactisch handelen van de leraar of het onderwijsaanbod met als doel goed te blijven aansluiten bij de zone van naaste ontwikkeling van de leerlingen. (Kanskracht SOM).

Het lesgeven is de kern van ons werk. Wij willen dat onze leerlingen les krijgen van enthousiaste en gemotiveerde leerkrachten die voortdurend werken aan hun eigen ontwikkeling. Voorop staat uitdagend en inspirerend onderwijs, waarbij kennisoverdracht, eigenaarschap, betrokkenheid, actief en samenwerkend (coöperatief) leren centraal staat. Als het gaat om de didactiek vinden wij het belangrijk dat leerlingen zoveel mogelijk les krijgen met andere leerlingen op hun eigen niveau uitgaande van de convergente differentiatie. Tevens is het belangrijk dat de ontwikkeling van de leerlingen nauwgezet gevolgd wordt. Op deze manier proberen we zo goed mogelijk aan te sluiten op de onderwijsbehoefte van iedere leerling.

 

Wij vinden de volgende zaken van groot belang:

Executieve functies zijn al die regelfuncties van de hersenen, die essentieel zijn voor het realiseren van doelgericht en aangepast gedrag.

 

Alle executieve functies of vaardigheden hebben een controlerende en aansturende functie. Met deze functies bepalen we het doel van ons handelen en gedrag, schakelen we afleidende factoren uit, plannen we de volgorde van handelingen, voeren we de taken die daarvoor nodig zijn stap voor stap uit en controleren we het effect, waarbij we ook rekening houden met mogelijke toekomstige effecten.

 

We reguleren er emoties, motivatie en alertheid mee en laten ervaringen uit het verleden meespelen bij de verwachtingen over en beslissingen voor de toekomst. Executieve functies kunnen worden gezien als de 'dirigent' van de cognitieve vaardigheden, het is een verzameling processen die te maken hebben met het beheren van jezelf en de bronnen die nodig zijn om een doel te bereiken.

 

Vanuit observaties en analyses blijkt dat zwakke executieve functies vaak de oorzaak zijn van lage leeropbrengsten. Binnen SOM willen we de komende planperiode daarom nog bewuster aandacht besteden aan de executieve functies van onze leerlingen. Wij realiseren ons dat dit van belang is om de leerlingen de ruimte te kunnen bieden om zich optimaal te ontwikkelen. Werken aan de executieve functies kan goed spelenderwijs, ook als leerlingen al wat ouder zijn. Dit sluit aan bij onze gedachten dat leerlingen veel meer intrinsiek gemotiveerd en betrokken zijn bij hun leren als het leerproces betekenisvol is ingericht en aansluit bij hun belevingswereld. 

 

In de volgende planperiode besteden we meer aandacht aan de executieve functies door: - Onze onderwijsprofessionals meer kennis en kunde te bieden via formele en informele scholingen over executieve functies; 

Naast het traditioneel werken, maken we op onze school gebruik van spelenderwijs, thematisch, bewegend en coöperatief leren. Dit betekent in de praktijk dat ons onderwijs een verscheidenheid aan vormen kent met als doel de kinderen te enthousiasmeren, te motiveren en uit te dagen het beste uit zichzelf te halen. Dit vergroot het plezier in het leren voor zowel kinderen als medewerkers. Kinderen doen zo niet alleen kennis op, maar leren ook deze toe te passen in betekenisvolle situaties die lijken op de wereld van buiten. Wij maken het onderwijs samen betekenisvol.

 

Onze school biedt onderwijs aan leerlingen van vier tot ongeveer twaalf jaar. De kleutergroepen zijn heterogeen samengesteld. Dat wil zeggen dat er groepen zijn met jongste en oudste kleuters bij elkaar.

Vanaf groep drie gaan wij uit van het leerstof-jaarklassensysteem. Dit betekent dat kinderen van dezelfde leeftijd bij elkaar in de groep zitten en een vastgesteld leerstofaanbod krijgen.

 

Binnen de bestaande jaarklassen proberen we, daar waar nodig, zoveel mogelijk te differentiëren. Er zijn verschillende vormen van differentiatie: er kan bijvoorbeeld rekening worden gehouden met het werktempo, de hoeveelheid leerstof, de belangstelling van het kind en het niveau van de taak.

 

In alle leerjaren werken we vanuit de uitgangspunten van het Handelingsgericht Werken (HGW). Het belangrijkste principe daarbij is dat we, in samenspraak met de ouders, proberen vast te stellen wat de onderwijsbehoeften van een kind zijn. Met een duidelijk beeld van wat een kind aan begeleiding nodig heeft, maken we een doelgericht plan dat regelmatig wordt geëvalueerd. Het is mogelijk om extra ondersteuning buiten de groep te krijgen.

Onze leerlingen zitten in combinatieklassen. Ze leren hierdoor al jong om goed samen te werken en elkaar te helpen. Ook leren ze om zelfstandig en geconcentreerd te werken en verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen handelen. Het leeftijdsverschil in de combinatiegroepen heeft vaak een positieve invloed op de sociale en didactische ontwikkeling van kinderen. Kinderen leren niet alleen van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met elkaar.

 

Door ons onderwijs slim te organiseren, kunnen we goed inspelen op de verschillende leer- en ondersteuningsbehoeften van onze leerlingen. Door de kinderen te leren omgaan met uitgestelde aandacht, realiseren we momenten van zelfstandig werken. Tijdens deze momenten hebben leerkrachten hun handen vrij om kinderen extra ondersteuning te bieden. Onze lesmethoden en computerprogramma's bieden voldoende leerstof om tegemoet te komen aan individuele verschillen tussen leerlingen en zorgen voor extra uitdaging.

 

Op onze school leren we verbinden en samenwerken. Kinderen, leerkrachten, medewerkers, ouders en directie; we zijn één team met een gezamenlijke ambitie. Samen leren we het best.

Coöperatief leren in de klassen helpt ons daarbij. Op De Klimroos wordt gewerkt in een cultuur waarbij een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de ononderbroken ontwikkeling van iedere leerling centraal staat. Dit vraagt van de teams dat zij werken in een professionele cultuur van hoge verwachtingen, met een onderzoeksmatige houding.

 

Collectieve verantwoordelijkheid betekent dat alle betrokkenen bijdragen aan de ontwikkeling van de kinderen door doelen te stellen en de kinderen te begeleiden om deze doelen te halen. We reflecteren voortdurend op ons pedagogisch en didactisch handelen om de impact op de ontwikkeling van kinderen in beeld te brengen en om de resultaten te verklaren. Dit vereist een goede samenwerking tussen alle disciplines in en om de school.

Deze verbondenheid vinden we op school, in de schoolomgeving en de wereld om ons heen. De partners van onze school zorgen voor een sluitend netwerk dat voor naadloze overgangen tussen de verschillende organisaties zorgt.

 

Binnen SOM is veel ervaring en expertise aanwezig, waarvan we met z’n alle gebruik van kunnen maken. Door de interne verbinding te bevorderen, delen wij deskundigheid. De verbinding zit ook in de doorgaande lijn tussen peuteropvang en het voortgezet onderwijs. Evenals tussen de interne gesprekspartners en externe betrokkenen, zoals de gemeenten en de samenwerkingsverbanden.