Kwaliteit
Toetsen en registratie
In het streven naar behoud of verbetering van de kwaliteit maken we gebruik van enkele instrumenten (o.a. toetsen, observaties) om de schoolresultaten te meten. De door de overheid voorgeschreven kerndoelen (dat wat leerlingen moeten weten, kennen en kunnen) vormen hierbij een uitgangspunt. Deze kerndoelen zijn per leerstofgebied vastgesteld. De controle op het behalen van de gewenste leerresultaten vindt plaats door middel van methodeafhankelijke toetsen en methodeonafhankelijke toetsen.
Toetsen met de methode
Na het inoefenen van een onderdeel van de leerstof, controleert de leerkracht of de stof wordt beheerst door middel van een toets die bij de methode hoort. Zo biedt Snappet, na het behandelen van een of meer leerstofonderdelen, een toets, waarmee we kunnen zien of de kinderen de stof begrepen hebben. Bijsturen is dan direct mogelijk door middel van herhalingsstof. Ook kunnen de vlottere leerlingen verder werken met verdiepingsstof. De leerkrachten registreren de resultaten steeds op dezelfde manier na elk toetsmoment.
Ook bij aardrijkskunde, geschiedenis en natuur krijgen de kinderen toetsen over de aangeboden stof. Langs deze weg kan men de vorderingen nauwgezet volgen en in verband brengen met de gewenste leerdoelen.
Andere toetsinstrumenten
In de kleutergroepen wordt de ontwikkeling van elk kind afzonderlijk bijgehouden in een ontwikkelingsschema, dat bepaalde vaardigheden en ontwikkelingen aan leeftijd koppelt. De informatie hiervoor halen de leerkrachten uit de dagelijkse activiteiten en uit aanvullende toetsgegevens. Zo kunnen eventuele achterstanden vroeg worden gesignaleerd en kunnen sturende activiteiten worden georganiseerd.
De leerlingen in groep acht krijgen gedurende het laatste jaar op onze basisschool een advies met betrekking tot het vervolgonderwijs. In een adviesgesprek met de ouders wordt in overleg de keuze voor het vervolgonderwijs gemaakt, welke het best aansluit bij de mogelijkheden en capaciteiten van de leerling.
Bewaking van de kwaliteit van ons onderwijs
Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken maken wij gebruik van een leerlingvolgsysteem. In lijsten met resultaten van toetsen die de kinderen een paar keer per jaar maken, kunnen wij de effectiviteit van de lessen in de klas vergelijken met de landelijke cijfers. Bovendien kunnen wij de resultaten van een groep bekijken of die van een individuele leerling. Door deze toetsgegevens te bespreken binnen het team, proberen wij de opbrengst van ons onderwijs te evalueren en zonodig bij te sturen.
De leerkrachten volgen het hele jaar de ontwikkelingen van het onderwijs en doen mee aan nascholing op bepaalde vakgebieden. Daarnaast maken we structureel gebruik van het Cito-leerling in beeld. De onderdelen taal, rekenen, begrippen, spelling, technisch- en begrijpend lezen en woordenschat worden waar mogelijk vanaf groep 3 getoetst. Dit gebeurt volgens de instructies van Cito.
Eind groep 7 wordt de zogenaamde AMN-aansluittoets afgenomen. Hierdoor krijgen leerlingen, ouders en school inzicht in de prestaties op het gebied van taal, rekenen, kennisgebieden en studievaardigheden. De toetsresultaten kunnen worden ingezien door de betreffende ouders. Over het algemeen gebeurt dit tijdens het rapportgesprek. De gegevens van de leerlingen blijven bewaard voor de schoolduur en drie jaren daarna, dan worden deze gegevens vernietigd. Onze school streeft naar kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Om te controleren of we hieraan voldoen maken we gebruik van een zelfevaluatie instrument. De WMK van ParnasSys stelt ons in staat om ons onderwijs te analyseren en te beoordelen. Verder maakt de ouderenquête hiervan ook onderdeel uit. De gegevens die de ouders aanleveren worden in samenwerking met de medezeggenschapsraad beoordeeld en verwerkt. Er wordt een verbeterplan opgesteld. Dit wordt met een tijdpad gepresenteerd aan de ouders. De samenwerking met andere scholen, waaronder het speciaal onderwijs, geeft ons de mogelijkheid de grote lijnen en nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijs te volgen. Met name de intern begeleider, de leerkracht die belast is met het coördineren van de hulp aan zorgleerlingen en de contacten tussen de school en externe instanties, is betrokken bij dit overleg.